Fiscale maatregelen ten gevolg van Corona virus

Uitstel van betaling belasting

Als een ondernemer schriftelijk kan aantonen dat zijn of haar onderneming door corona is getroffen, hoeft hij of zij voorlopig geen inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting of loonbelasting te betalen. Zodra het verzoek om uitstel bij de Belastingdienst binnen is, zet de Belastingdienst de invordering stil. Individuele beoordeling van het verzoek vindt later plaats.

Om ondernemers tegemoet te komen zal de Belastingdienst de komende tijd een verzuimboete voor het niet (tijdig) betalen achterwege laten of terugdraaien. De behandeling van verzoeken om uitstel moet handmatig plaatsvinden, zodat behandeltijden bij veel verzoeken kunnen oplopen.

Daarnaast betalen ondernemers nu belasting op basis van een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Ondernemers die een lagere winst verwachten door de coronacrisis kunnen een verzoek indienen voor een verlaging van de voorlopige aanslag, zodat ze meteen minder belasting gaan betalen. Deze verzoeken zullen door de Belastingdienst worden ingewilligd.

De gebruikelijke vereisten voor het verlenen van uitstel blijven gelden. Denk daarbij aan het stellen van zekerheid en het melden van betalingsonmacht om daarmee ook bestuurdersaansprakelijkheid te beperken. Let op: het indienen van een verzoek om uitstel van betaling ontslaat de belastingplichtige niet van het tijdig indienen van de aangifte.

 

Ondernemer zonder personeel

Ondernemers zonder personeel die door de uitbraak van het coronavirus in de problemen komen, kunnen een beroep doen op het Bbz (Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004) wanneer zij aan de voorwaarden voor deze regeling voldoen. Het Bbz wordt uitgevoerd door gemeenten. Zzp’ers die een beroep willen doen op het Bbz dienen zich te wenden tot de gemeente waar zij staan ingeschreven.

 

Ondernemers en bedrijven met personeel

Bedrijven die getroffen worden door de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus en aan alle voorwaarden voldoen, kunnen in aanmerking komen voor de huidige regeling werktijdverkorting. Werktijdverkorting is een bestaande regeling waar bedrijven een beroep op kunnen doen die door een calamiteit tijdelijk een verlies van werkuren hebben. Oftewel: er is tijdelijk geen werk meer voor (een deel) van het personeel door omstandigheden die buiten het normale ondernemersrisico vallen. Deze calamiteit moet ten minste twee weken en maximaal 24 weken voor werkuitval zorgen. Ook moet er voor minstens twintig procent van het personeel geen werk meer zijn. Voor dat deel van het personeel kunnen werkgevers dan een beroep doen op de werkloosheidsuitkering (WW). De medewerkers om wie het gaat spreken dan hun WW-rechten aan. Ze moeten daarom wel WW-rechten hebben opgebouwd.

 

Borgstelling mkb-kredieten

De overheid streeft ernaar om per eind maart 2020 met een tijdelijke verruiming van de BMKB-regeling.

De bedrijven die als gevolg van het coronavirus in liquiditeitsproblemen komen, kunnen tijdelijk rekenen op extra gunstige voorwaarden onder de BMKB. Er komt een nieuwe tijdelijke maatregel die voor de brede doelgroep mkb-bedrijven geldig is tot 1 april 2021. Hiermee biedt de overheid een hoger garantieaandeel aan in de BMKB. Deze maatregel is bestemd voor overbruggingskrediet of verhoging rekening courant-krediet van bedrijven bij een financier, met een maximale looptijd van een jaar. Ook komt een versoepeling van een aantal overige voorwaarden in de BMKB. Dit helpt bedrijven om aan hun dagelijkse betaalverplichtingen te kunnen blijven voldoen.

 

Brief aan Tweede Kamer der Staten Generaal 

Via deze link komt u bij de brief met onderwerp “Economische maatregelen met betrekking tot het coronavirus” van 12 maart 2020 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal.